Coachen 3.0 – Motiverende gespreksvoering is het eerste deel van een trilogie over coachen op basis van wetenschappelijke inzichten.
Coachende professionals kunnen veel leren van Motiverende gespreksvoering, een evidence-based methode ontwikkeld in de verslavingszorg.
Trainer en coach Sergio van der Pluijm leerde deze methode kennen in het werken met ex-gedetineerden. Nu schreef hij er een lekker leesbaar boek over om deze methode toegankelijk te maken voor een breder publiek. Hieronder lees je vijf belangrijke tips uit het boek:
1. Stop met repareren
Het gebeurt nog veel te vaak, vooral bij professionals die het coachen ‘erbij doen’: de reparatiereflex. Dit werkt als volgt: zodra er een coachee (medewerker, leerling of cliënt) voor je staat, waar in jouw ogen iets ‘mis’ mee is, dan willen we hem of haar ‘repareren’, liefst zo snel mogelijk. Net zo als een automonteur met een kapotte auto. En dus gaan we overtuigen, adviseren en oplossen. Aan je goede intentie ligt het niet, maar helaas werkt dit averechts op de motivatie. Een mens is nu eenmaal geen kapotte auto.
Maar waarom werkt dit niet? De adviezen zijn toch goed bedoeld? Ongetwijfeld, maar voel je je als coachee ook gehoord, gezien en begrepen? Krijg je tijd om deze nieuwe info even op je in te laten werken? Wordt je autonomie gerespecteerd en ondersteund? Wordt er effectief met je samengewerkt?
Naast ons gezonde verstand laat ook onderzoek duidelijk zien dat ‘repareren’ niet werkt. Maar hoe moet het dan wel? De korte versie lees je hieronder.
2. Stel open vragen over verandering
Onderzoek samen de doelen, waarden en beweegredenen van je medewerker of coachee. Vraag wat hij of zij al weet over de risico’s van het gedrag of de gewoonte in kwestie. Vraag over welke veranderingen hij of zij al heeft nagedacht. Wat je wilt is dat de coachee zelf voor verandering gaat pleiten. En als je ook maar iets hoort dat vóór verandering pleit, dan ga je Luisteren met een hoofdletter.
3. Luister met een hoofdletter
Wie mensen wil motiveren heeft zijn oren harder nodig dan zijn mond. Laat dus merken dat je werkelijk luistert. Wees met je aandacht volledig bij de ander. En geef regelmatig reflecties (korte mini-samenvattingen) in reactie op wat de coachee zegt. Hiermee toon je ofwel begrip: ‘op tijd komen is dus lastig voor je omdat je slecht slaapt’. Ofwel prikkel je de coachee: ‘je collega’s mogen van jou wachten tot jij verschijnt’.
4. Benadruk de autonomie
Autonomie is een basisbehoefte van de mens, kijk maar naar peuters van twee. Benadruk dus expliciet de keuzevrijheid van de coachee, óók als dit bepaalde consequenties heeft. En toon begrip voor wat deze consequenties zouden betekenen. Als je heel graag een advies wilt geven, vraag dan eerst even toestemming: mag ik je een advies geven? En indien mogelijk: bied meerdere opties aan en laat de ander vrij om te kiezen.
5. Stel het belang van de ander voorop
De meeste mensen voelen haarfijn aan dat ze gemanipuleerd worden. Als je dus iemand coacht terwijl je ook hun leidinggevende bent, parkeer dan – indien mogelijk - je eigen belangen, al is het maar tijdelijk. Als dit niet kan: wees dan volkomen helder over je eigen belangen en vertel de coachee wat je van hem / haar verwacht. Vertel ook waarom dit belangrijk is en vraag de coachee vervolgens hoe dit doel het beste bereikt zou kunnen worden.
Competenties
coaching;coachen;motiverende gespreksvoering;motivatie;motiveren